Het aantal patiënten dat niet komt opdagen voor een afspraak zonder deze op voorhand af te zeggen, blijft stijgen. Dit is een van de bevindingen van een enquête die NSZ (Neutraal Syndicaat voor Zelfstandigen) heeft gehouden onder 453 leden met een vrij medisch beroep waaronder ook oogartsen en neus-keel- en oorspecialisten.  

Deze “no-shows” hebben niet alleen gevolgen voor de agenda van de getroffen zelfstandigen, maar ook voor hun inkomen. Voor drie vierde van hen bedraagt het verlies ongeveer 250 euro per week, of zelfs 500 euro voor twee op de tien. Vier op de tien vragen nooit om schadevergoeding omdat zij van mening zijn dat de patiënt toch niet zou betalen of dat de wetgeving te vaag is. Bijna 90 procent van hen vraagt in dit verband om meer duidelijkheid. Ten slotte zijn bijna zes op de tien van mening dat de opzegging uiterlijk binnen 24 uur moet plaatsvinden.  

Geen vergoeding 

“Tegenwoordig werken bijna alle (95,5%) zelfstandige medische beroepers op afspraak”, merkt NSZ op. “Zij organiseren hun agenda dus zodanig dat er geen gaten vallen. Deze no-show heeft niet alleen gevolgen voor de werklast van de betrokken zelfstandigen, maar ook voor hun inkomen.”

Veel van de betrokken zelfstandigen (41%) nemen evenwel nooit de moeite om een vergoeding te vragen van patiënten die niet op voorhand afzeggen. “Zij hebben het gevoel dat het tijdverspilling is omdat de patiënt toch niet zou betalen of dat de wetgeving of de ethische code die specifiek is voor bepaalde beroepen te vaag is, maar ook dat het niet ‘commercieel’ zou zijn en dat zij het risico zouden lopen om patiënten te verliezen.”

Ondubbelzinnige wetgeving 

Om het probleem op te lossen, vragen bijna negen op de tien (87%) de overheid om wetgeving daaromtrent op te stellen en de schadevergoeding in de wet op te nemen. “Dit kan een bedrag zijn dat gelijk is aan een deel of het geheel van de vergoedingen of een forfaitair bedrag. Zo zou iedereen kunnen vertrouwen op een duidelijke en ondubbelzinnige wetgeving voor alle medische en paramedische beroepen.” Wat de redelijke termijnen voor een annulering betreft, hebben zes op de tien (59%) deze vastgelegd op 24 uur.